EXPLORATION
MAPPING ROTTERDAM & VENZIA
VEDUTE
VEDUTE MATERIAAL
ONDERZOEK WOORD & BEELD
JASPER JOHNS
HENDRIK NICOLAAS WERKMAN
I.K BONSET
Jasper Johns
(Augusta (Georgia), 15 mei 1930) is een vooraanstaand Amerikaans kunstschilder en beeldhouwer en graficus. Hij is bekend van onder andere zijn schilderijen van de Amerikaanse vlag. Hij ontving in 2011 de Presidential Medal of Freedom.
Johns studeerde kort aan de University of South Carolina in Columbia maar in 1949 verhuisde hij naar New York waar hij lessen nam aan een commerciële kunstacademie. Hij werd echter opgeroepen voor dienst in het Amerikaanse leger, hij werd gestationeerd in Japan. In 1952 keerde hij terug naar New York, waar zijn geld verdiende met een baantje in een boekenwinkel. Ook werkte hij in die tijd als etaleur voor grote winkels zoals Tiffany. Dit werk deed hij met zijn vriend Robert Rauschenberg met wie hij ook huis en atelier deelde.
Zijn werk paste in de abstract expressionistische stroming van dat moment. Hij wordt gezien als directe voorloper van de popart.
Zijn succes ligt in de relatie tussen onderwerp en materiaalkeuze. Johns gebruikt vaak herkenbare alledaagse onderwerpen met een simpel compositiepatroon zoals vlaggen en nummers. De verf brengt hij rijkelijk aan. Daarnaast gebruikt hij ook andere materialen zoals pleister gekleurde was en 'echte voorwerpen'. Deze interactie tussen materiaal en onderwerp stelt de vraag "wat is het verschil tussen realiteit en afbeelding" en "kan een afbeelding zijn wat het afbeeldt?"
Werken

White Flag, 1955
Two Maps I, 1966
Target, 1971
Untitled, 1977
Usuyuki, 1981 (zeefdruk)
Two beer cans
usuyuki
Hendrik Nicolaas Werkman 29 april 1882 - Bakkeveen, 10 april 1945. Was een Nederlands expressionistisch kunstenaar en verzetsstrijder. Hij werd bekend als de drukker van "De Ploeg", de kunstenaarsvereniging die aan het begin van de 20e eeuw het culturele leven in Groningen "opschudde".
Hendrik Werkman was boekdrukker (vanaf 1907 zelfstandig) en had een kleine uitgeverij in Groningen, waar in hoogtijdagen ongeveer twintig mensen werkten. Als lid van de (in 1918 opgerichte) Groninger schildersvereniging "De Ploeg" maakte hij verschillende affiches, uitnodigingen en catalogi voor de activiteiten van de vereniging. In 1921-22 gaf hij het door hemzelf gedrukte Blad voor Kunst uit, waarvan de redactie werd gevormd door Jan Wiegers en Jan Gerrit Jordens (voor de beeldende kunst), Auguste Defresne (letterkunde) en Daniël Ruyneman (muziek). Na zes nummers werd het opgevolgd door het tijdschrift The next call, waarop hij meer zijn persoonlijke stempel kon drukken. Hij gaf het in eigen beheer uit van 1923 tot 1926 en wisselde het uit met avant-gardisten in Parijs, Antwerpen en Rusland, onder wie Michel Seuphor.
Werkman heeft ook geschreven. Hij is de auteur van een klein aantal experimentele gedichten en poëtische prozastukken, waarvan enkele bij de Dada-stroming kunnen worden ingedeeld. Andere teksten zijn manifesten, die hij gebruikte bij het opschudden van het culturele leven in Groningen, bijvoorbeeld Groningen Berlijn Moskou Parijs 1923 en Groeiende Lach. Enkele van zijn teksten werden opgenomen in de biografie van Werkman door Hans van Straten (1963). In 1968 werd een selectie van zijn correspondentie uitgegeven in de serie Privé-domein.
hot printing
I.K. Bonset is een pseudoniem van beeldend kunstenaar en De Stijl-voorman Theo van Doesburg. Van Doesburg gebruikte dit pseudoniem voor de publicatie van zijn veelal dadaïstisch-georiënteerde poëzie en abstracte literatuur.
Werken

De hangende gitaar, 1914.
Trein, 27 mei 1915.
Kazernekamer, 1915.
Voorbijtrekkende troep, 2-3 augustus 1915.
Ruiter, ca. 25 oktober 1915.
De trom, 1916.
De misdadiger, 1916.
Lobelia I, 1916.
Lobelia II, 1916.
Nacht, 1916.
Van Doesburgs kennismaking met het dadaïsme dateert van vlak na de Eerste Wereldoorlog. Rond het einde van die oorlog verscheen het eerste manifest van De Stijl, waarin opgeroepen werd tot meer (internationale) samenwerking tussen vooruitstrevende kunstenaars. De futuristenleider Filippo Marinetti reageerde hierop door Van Doesburg een hoeveelheid boeken en tijdschriften op te sturen,[1] waaronder dadaïstisch materiaal.

'' Zoals in kleur-en ruimtekunst het middel niet meer illusionistisch en illustratief gebruikt werd, zoo werd vanaf Rimbaud en Appolinaire het woord-kunstmiddel niet meer dichterlijk-imaginair toegepast. ''
literatuurlijst
De eigen wereld van Hofman
-5 september 2012
- Provinciale Zeeuwse Courant
Inkijkje in wereld van grafische kunsten
- 13 september 2013
- De Stentor / Gelders Dagblad
Kracht Beeld
- 7 maart 2013
- De Volkskrant
Reportage Het Stedelijk Museum in Amsterdam kiest een nieuwe huisstijl
- 15 januari 2009
- De Volkskrant
MAX ERNST
Max Ernst (2 april 1891 - 1 april 1976) was een Duitse surrealistische kunstenaar, schilder en beeldhouwer en een geestverwant van Marcel Duchamp.

Zijn werken worden gerekend tot het dadaïsme en het surrealisme. Hij ontwikkelde een hele reeks technieken die de traditionele schilderkunst, grafiek en zelfs sculptuur moesten vervangen. Technieken als collage, frottage, grattage, raclage, assemblage, dripping en décalcomanie zijn tot het standaardrepertoire van vele twintigste-eeuwse kunstenaars gaan behoren.
1.
2.
3.
2.
4.
Joan Miro
4.
5.
Joan Miró (20 april 1893 - 25 december 1983) was een Spaans kunstschilder, beeldhouwer, graficus en keramist, afkomstig uit Catalonië. Hij wordt gezien als een van de grootste surrealisten.

Joan Miró wordt naast Picasso en Dalí beschouwd als een van de grote drie van de Spaanse 20ste-eeuwse Moderne kunst.
In Parijs ontwikkelde hij onder invloed van surrealistische schrijvers en schilders zijn stijl, de bio-morfische schilderkunst, die echter geen school heeft gemaakt, zodat het met recht een voor Miró kenmerkende stijl genoemd kan worden.
Sigmundur
6.
Drawing to waterfall
Mapping kunstenaars
Gastles van Siebe Tisse
Onderzoek UBUWEB
1. Guillaume Apollinaire, France | 1880-1918
Born in Rome and educated in France, he published his first writings under the name Apollinaire in the "Revue Blanche" of 1902. Met Max Jacob and Picasso in 1905 and frequented the artistic and literary circles of the Bateau-Lavoir and Montmarte. He published novels and stories as well as much influential art criticism, being one of the first to champion the Cubist painters. In 1911, when the Mona Lisa was stolen from the Louvre by a former associate of his, he was arrested for alleged complicity. He was soon cleared, though the affair caused a scandal that left its mark on him. His books of verse "Alcools" (1913) and "Calligrammes" (1918) established him as the leading French poet of his day. Volunteering in 1914, he suffered a serious head wound in 1916 and was invalided out. In 1918 he died in Paris, a victim of the great influenza epidemic of that year.

Since he was first and foremost an ally and supporter of the Cubists, Apolinaire's relations with Futurism were as complex as relations between Cubism itself and the Italian movement. However, Apollinaire would remain a great influence on almost all the poets of both Dada and Surrealism, it even being Apollinaire himself who coined the word "surrealist" to describe his play "Les Mamelles de Tiresias" in 1917.
2. Andre Breton
Littérature - Edited by Louis Aragon, André Breton, and Philippe Soupault. Paris, 1919-1924. 20 numbers; new series, 13 numbers.
Littérature, like 391, began independently of Dada and outlasted it. André Breton, in one of his Dada manifestos described Dada as a "stae of mind" but later grudgingly remarked that "Dada was never considered by us as anything but the coarse image of a state of mind to whose creation it had not contributed." This hardly does justice to the Dada episode in Paris and indicates Breton's ignorance of or indifference to Dada's activities and influence in Germany and Eastern Europe [...]

The editors, Breton, Louis Aragon and Philippe Soupault, had met in 1917 during the war, and had already come to the notice of the Paris intelligentsia. They swiftly developed plans to start a review, which was the means of establishing and individual intellectual space within the Paris literary world. After several false starts and thanks to an inheritance by Soupault the first issue of the review was published in March 1919
3. John Baldessari (born June 17, 1931, National City, California)
John Baldessari is an American conceptual artist known for his work featuring found photography and appropriated images. He lives and works in Santa Monica and Venice, California Initially a painter, Baldessari began to incorporate texts and photography into his canvases in the mid 1960s. He has created thousands of works that demonstrate—and, in many cases, combine—the narrative potential of images and the associative power of language within the boundaries of the work of art. His art has been featured in more than 200 solo exhibitions in the U.S. and Europe. His work has had a huge influence on Cindy Sherman, David Salle, and Barbara Kruger among others.
Over subcultuur en Juxtapositie: meerdere subculturen die naast elkaar bestaan. Een subcultuur is eerst vaag en onbenoembaar, underground. Als het aan de oppervlakte komt en men er een naam aan kan geven wordt het een subcultuur.

BOEKEN
Michael Sabon, De wonderlijke avonturen van Kavelar and Clay
Batman and philosophy

FILMS
Batman van Tim Burton (relatie tussen batman en architectuur)
Blade Runner

Verder hebben we een synopsis (scenario) geschreven aan de hand van steekwoorden van de afgelopen periode.
Hypnerotomachia Poliphili
1499
Denis Diderot
1713 - 1784
Guillaume Apollinaire
1880 - 1918
Marcel Duchamp
1887 - 1968
Man Ray
1890 - 1976
Andre Breton
1896 - 1966
Jan Tschichold
1902 - 1974
John Baldessari
1913 - heden
Solveig Nikuladottr
1941 - heden
Joseph Kosuth
1945 - heden
Ai Wei Wei
1957 - heden
HOME